Skip to main content

De Bijbel en identiteit

Om een antwoord te vinden op de vraag: 
“Wie ben ik?”
kun je de woorden die mensen tegen je spreken of de resultaten van de dingen die je doet als uitgangspunt nemen. Maar waarom zou je deze vraag niet gaan beantwoorden vanuit het oogpunt van degene die je geschapen heeft: God. Wie ben je?
‘God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem;  mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.' (Genesis 1:27)

Volmaakt model
De identiteit van jou (de mens) wordt bepaald door het feit dat je door God gemaakt bent. Daarmee is gezegd dat God je identiteit bepaalt, of (misschien beter gezegd) de relatie waarin je tot God staat door de schepping.
Het feit (volgens de Bijbel) dat je een schepsel van God bent, betekent: afhankelijk van God, verantwoordingsplicht aan God, gehoorzaamheid aan God, dienstbaar zijn voor God, leven naar Zijn wil en tot Zijn eer.
De identiteit van je wordt oorspronkelijk beheerst door het grote voorrecht Hem te mogen kennen, liefhebben en dienen. We noemen dit ook wel: dat de mens geschapen is naar Gods beeld. 

Beschadigde editie
De zondeval bracht een grote verandering.
De breuk met God betekent in feite ook een identiteitscrisis. De mens is het spoor bijster geraakt. Hij is God kwijt, maar eigenlijk ook zichzelf. De harmonie is verstoord, in alle richtingen en in alle verhoudingen waarin de mens staat: de verhouding tot God, tot de naaste, tot de schepping en tot zichzelf.
Dankzij Gods genade en opzoekende liefde kan hierin weer verandering komen, ten goede. Op grond van de Bijbel leren wij dat de  mens zijn echte identiteit nooit zal vinden, dan alleen door een waar geloof in Christus. Dan blijft de mens steeds zoeken  naar wie hij eigenlijk is.

Centraal hierin staat: het verzoenend werk van de Heere Jezus en het vernieuwend werk van de  Heilige Geest.

Het verzoenend werk van Christus brengt het herstel van de door ons verbroken verhouding. Het vernieuwend werk van de Heilige Geest houdt in dat de zondaar niet alleen tot Christus vlucht om vergeving van zijn zonden en om met God verzoend te worden, maar ook dat hij op Christus wil lijken. Hier vindt hij zijn nieuwe identiteit: Hem te mogen kennen en de kracht van Zijn opstanding.

De christen ontleent zijn identiteit  niet aan een groep, een club, een gemeente, bepaalde gewoonten en tradities, maar aan Christus. Zoals een rank zijn identiteit ontleent aan de wijnstok (Joh. 15).  Bepaalde uiterlijke kenmerken (bijv. levensstijl, kleding e.d.) die op zichzelf genomen niet onbelangrijk en zelfs legitiem zijn, nemen soms een plaats in als identiteitskenmerk bij uitstek.

We moeten goed in de gaten hebben dat zulke dingen slechts in afgeleide zin de identiteit kunnen bepalen. Je kunt alle uiterlijke kenmerken vertonen van iemand die behoort tot een refogroep, zonder een ware christen te zijn. En er zijn ware christenen die uiterlijk misschien niet in alle opzichten voldoen aan de eisen die ‘onze groep’ stelt, maar innerlijk meer aan Christus gelijkvormig zijn (zachtmoedig en nederig van hart) dan menigeen (GL. 5:24).
Dat moet voorop staan. De andere dingen vloeien daaruit voort en zijn daaraan ondergeschikt. 

Wie jij bent?
Een beschadigde kopie. Maar...toch nog steeds een kopie. Een kopie naar Gods beeld. Wel beschadigd, bevlekt, besmeurd en gescheurd. Bekrast en verknipt, wellicht. Toch Gods schepping.

Een nieuwe kopie
Na die eerste mens hebben miljarden mensen onze aarde beleefd. Onze aarde, niet het paradijs. En nu leef jij: een nieuwe kopie. Een kopie van een kopie van een kopie van een kopie, dat ook nog eens. Maar, toch ook nog steeds origineel. Een originele kopie, dat ben je gebleven. Onvolledig, vol gebreken, ontoereikend en beperkt, draag je nog steeds iets van Gods beeld in je. Je mag dat beeld uitdragen. Je leeft om dat uit te dragen. Om te geloven dat God werkt aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want die komt er. Ongelofelijk waar: de Schepper raapt de brokstukken van Zijn kunstwerken op en schept nieuwe mensen. Hij maakt Zijn kunstwerken weer heel. Helemaal heel. Niet hersteld, opgeknapt of gerestaureerd, maar echt nieuw.

Hoe maakt Hij heel?
Hij heelt door het liefste van Hemzelf te verbrijzelen. Jezus Christus onze Heiland is gekomen om te verbinden wat verbroken is. Als een tweede Adam. Zo menselijk als een kopie, zo goddelijk als het volmaakte origineel. En elke kopie die in Hem God de Vader herkent en terugvindt, mag delen in de gemeenschap van Zijn volmaakte heerlijkheid.

Vandaag ben je geroepen om je ware identiteit te vinden in Hem die jou geschapen heeft, in Hem die jou vernieuwen wil.
Bid en lees trouw in je bijbel, wie zoekt die vindt!


Gij dan, bidt aldus:

Onze Vader, die in de hemelen zijt;
Uw naam worde geheiligd.
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want uw is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid.

Amen.
~ Jezus Christus tot Zijn discipelen (Mattheus 6: 9-13)